Er bestaan twee vormen van motivatie:
Intrinsieke motivatie
Onder intrinsieke motivatie wordt verstaan de motivatie die een persoon vanuit zichzelf heeft.
Externe factoren spelen geen rol bij een intrinsiek gemotiveerd persoon.
Beloning of straf zijn geen oorzaken op basis waarvan een intrinsiek gemotiveerd persoon zijn taak uitvoert.
De innerlijke overtuigingen, normen, waarden en plichtsbesef spelen een heel belangrijke rol.
Allemaal zaken die diep in iemands ‘zijn’ zijn geworteld.
Zo wordt bij sollicitaties dan ook vaak gezocht naar personen die ‘intrinsiek’ gemotiveerd zijn.
Dit omdat deze personen weinig tot geen externe stimulans nodig om hun taken en opdrachten op een goede manier uit te voeren.
Er wordt dan ook aangenomen dat het bijna onmogelijk is om invloed uit te oefenen op de intrinsieke motivatie van een persoon.
Extrinsieke motivatie
In tegenstelling tot bij intrinsieke motivatie spelen externe factoren bij extrinsieke motivatie wél een belangrijke rol.
Een persoon die extrinsiek gemotiveerd is, is gevoelig voor een externe stimulus.
Denk aan goede secundaire arbeidsvoorwaarden bij een baan of aan de roem of eer die het kan opleveren als iemand naam in positief verband ergens wordt gebruikt als gevolg voor de gepleegde inzet.
Extrinsiek gemotiveerde personen zijn makkelijker te verleiden tot een opdracht of taak als er iets waardevols tegenover staat.
Het risico bestaat echter wel dat de kwaliteit van de taak achteruit gaat als de beloning, om wat voor reden dan ook, minder wordt of niet meer als ‘afdoende’ wordt ervaren.